Leestekens en interpunctie
Leer alles over leestekens en interpunctie in onze leermodule leestekens! Wil je vanaf papier oefenen? Koop dan het Leestekens Leer- en oefenboek.
Leer alles over de hoofdletter, punt, komma, vraagteken, uitroepteken, puntkomma, dubbele punt, aanhalingstekens en apostrof.
Hier een korte uitleg over alle behandelde onderwerpen:
- Hoofdletter. Een hoofdletter gebruik je bij een naam en bij het begin van een zin. Daarnaast zijn er nog veel uitzonderingen!
- Punt. Een punt gebruik je aan het eind van een zin, bij afkortingen, namen, grote getallen, als beletselteken.
- Komma. Een komma gebruik je meestal voor voegwoorden, betrekkelijke voornaamwoorden, bijstellingen, achter of voor woorden aan het begin of einde van een zin, in aanhef, afsluiting en datering van een brief of mail.
- Vraagteken. Een vraagteken gebruik je aan het einde van een directe vraag.
- Uitroepteken. Een uitroepteken wordt gebruikt aan het einde van een zin, waarin staat wat iemand op luide toon zegt, roept, schreeuwt, gilt enz
- Puntkomma. Een puntkomma zit tussen een komma en een punt in, wat betreft pauze. het gedeelte na de puntkomma staat duidelijk in verband met het vorige deel van de zin.
- Dubbele punt. Een dubbele punt gebruik je als iemand iets zegt in de directe rede, bij een opsomming en bij een reden die je opgeeft.
- Aanhalingstekens. Aanhalingstekens gebruik je in de directe rede, bij een bijzondere betekenis, een ironisch bedoeld woord en bij titels.
- Apostrof. De apostrof gebruik je als weglatingsteken.
Aan het eind kun je je kennis toetsen over de leestekens.
Wat betreft het gebruik van de punt in afkortingen, die kun je ook oefenen bij de afdeling spelling bij
de leermodule afkortingen.