Wanneer 'D of T'

Wanneer moet je een werkwoord met een D, T of DT schrijven? Gebruik om daar achter te komen de onderstaande beslisboom. Deze werkt altijd!

Is er iets niet duidelijk in de beslisboom, snap je iets niet of wil je meer oefenen met de werkwoordspelling? Ga dan naar onze leermodule 'D of T' en leer exact wanneer je een D of T moet gebruiken.

De 'D of T' beslisboom

Wat is het voor soort woord?

  1. Wat voor een soort persoonsvorm?

    1. Deze persoonsvorm is:

      1. Waardoor kan ik deze persoonsvorm vervangen?
        1. IK-vorm

        2. IK-vorm + t

      2. Schrijf het hele werkwoord. (woordenboekvorm)

    2. Wat voor werkwoord is het?

      1. In de andere tijd verandert de klinker. Schrijf het als een gewoon woord.

      2. Hoort dit werkwoord bij 't kofschip?
        1. IK-vorm + te

        2. IK-vorm + de

    3. Staat er "u .. zich" ?

      1. IK-vorm + t

      2. IK-vorm

  2. Welke klank hoor ik aan het eind?

    1. Schrijf het als een gewoon woord.

    2. Hoort dit werkwoord bij 't kofschip?

      1. Schrijf een t aan het eind.

      2. Schrijf een d aan het eind.

  3. Hoor je een t-klank aan het eind?

    1. Maak het woord langer. Hoor je dan een d of een t?

    2. Het is geen werkwoord. Ik schrijf het als een gewoon woord, zo eenvoudig mogelijk

  4. Altijd een d aan het eind. (lopend, fietsend, slapend, enz.)

  5. Hoor je een t-klank aan het eind?

    1. Maak het woord langer. Hoor je dan een d of een t?

    2. Het is geen werkwoord. Schrijf het als een gewoon woord.

×