WelkomUitleg › koppelteken: auto-ongeluk

Hier kan je alle uitleg uit koppelteken: auto-ongeluk naslaan.

Woorden met een koppelteken: auto-ongeluk televisie-uitzending mee-eten.

Leer alles over koppelteken: auto-ongeluk

Wil je alles leren over koppelteken: auto-ongeluk? Ga dan naar de leermodule van koppelteken: auto-ongeluk en leer alles stap voor stap met veel oefeningen.

Spiekbriefje koppelteken: auto-ongeluk

Spiekbriefje koppelteken: auto-ongeluk

Wil je snel even de theorie over koppelteken: auto-ongeluk naslaan? Download hier een pdf met daarop een korte samenvatting van de theorie over koppelteken: auto-ongeluk.

Uitleg koppelteken: auto-ongeluk

koppelteken

Wanneer gebruik je een koppelteken?

Beste we gaan hier uitleggen hoe het koppelteken werkt.

Het koppelteken wordt gebruikt om het woord gemakkelijker te kunnen lezen.
Welk woord leest beter?

autoongeluk of auto-ongeluk

De eerste regel is:
Je gebruikt het koppelteken (-) als de klinkers botsen.
Bij auto en ongeluk botsen de beide o's.

Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.

titel of rang

Bij een samenstelling zijn er twee woorden.
Plak ze aan elkaar en je hebt een nieuw woord.
Dat heet een samengesteld woord.

huis + deur = huisdeur (zonder koppelteken)

Hier is geen koppelteken nodig.

Bij rangen en titels gebruik je wel een koppelteken.

Hij is minister-president.
Hij is secretaris-generaal.



Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.

Aardrijkskundige namen

In woorden als

Zuid-Holland
Noord-Holland
Nieuw-Zeeland
Amsterdam-Oost

gebruik je het koppelteken.

Denk aan:
Zuid-Hollandse steden
Noord-Afrikaanse dorpen



ex-minister

Je gebruikt ook het koppelteken in woorden met een bepaald voorvoegsel.

aspirantaspirant-koperaspirant-lid
assistentassistent-boekhouderassistent-arts
bijnabijna-botsingbijna-ramp
chefchef-kokchef-dirigent
collegacollega-architectcollega-onderzoeker
exex-ministerex-man
interiminterim-adviesinterim-bestuur
kandidaatkandidaat-notariskandidaat-bestuurslid
leerlingleerling-kok leerling-verpleegkundige
meestermeester-kokmeester-opzichter
nietniet-actiefniet-alledaags
nonnon-actiefnon-profit
oudoud-burgemeesteroud-minister

Oefeningen

Oefeningen

Klik hier om de oefeningen in de leermodule te doen.

twee gelijkwaardige woorden naast elkaar

Hotel en restaurant zijn gelijkwaardige woorden.
We zetten een koppelteken tussen die woorden.

Hij runt een hotel-restaurant.
Hij is componist-pianist.
Je ziet het veel te zwart-wit.

Getrouwde vrouw

Jan Smit trouwt met Anna Zondervan.
Anna kan de naam van haar man ook aannemen.
Ze heet dan: Anna Smit-Zondervan.
Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.

Tweede woord in samenstelling heeft een hoofdletter

Als het tweede deel met een hoofdletter begint, schrijf je een koppelteken.

Ik ben anti-Engels.
Dat is echt on-Hollands.
Ik boek een trans-Atlantische vlucht.

Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.

doe-het-zelver

Als je meer dan twee woorden als een woord zegt, gebruik je weer een koppelteken.

Ik ben een echte doe-het-zelver.
Ik bestel een kant-en-klare-maaltijd.


Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.

cijfers, letters, afkortingen

Je gebruikt ook een koppelteken in samenstellingen die bestaan uit:


cijfers3-0-overwinning
aparte letters$-teken
afkortingencv-ketel
symbolenDNA-profiel

Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.

eerste woord eindigt op apostrof (')

Jij bent een echt papa's-jongetje.

Het eerste deel eindigt op een apostrof (').
Dan gebruik je een koppelteken.

Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.
Als het eerste deel van een samenstelling begint met Sint (St.) schrijf je een koppelteken.

Sint-Nicolaas
St.-Maarten
Oefening

Oefening

Klik hier om de oefening in de leermodule te doen.

weglatingsstreepje

Een teken dat op een koppelteken lijkt, is het weglatingsstreepje.

Er zijn jongensboeken en meisjesboeken.

Dat is tweemaal het woord boeken.
Dat lossen we zo op:

Er zijn jongens- en meisjesboeken.

Het streepje betekent hier: boeken.

Ik sluit de voor- en achterdeur. (voordeur en achterdeur)
Op zon- en feestdagen sluit de winkel. (zondagen en feestdagen)

Je bent klaar met deze les, .
Je kunt deze les zo vaak herhalen als je wilt.

Einde!